Willem
Verbeek (Gustavus)
Een
pionier van het Nederlandse schaken
Schaakhistorie 22 maart 2021 13:21 Benoit 3
Willem Jan Louis Verbeek (1820-1888) was de
jongste telg uit de familie van Jan Louis en Wilhelmina Verbeek. Hij was
geboren en getogen in Wijk bij Duurstede en na een onderbreking voor zijn
medische opleiding tot platlandicus is hij daar in 1842 teruggekeerd
en gestart als huisarts. Verbeek trouwde en zou een gezin hebben dat uitgroeide
tot negen kinderen.
Ondanks zijn drukke praktijk,
familieleven, en financiële beslommeringen vond Willem Verbeek ruimte om zich
in diverse sociaal-culturele activiteiten en goede doelen te verdiepen. In zijn
vrije tijd was Verbeek vooral actief in de schaakwereld, waar hij menig lans
brak voor de ontwikkeling van het schaken in Nederland, dat in de negentiende
eeuw nog achterliep op de rest van de wereld. Verbeek geldt dan ook als
een pionier, die als geen ander een stimulator was voor het schaken en de
uniformering van de regels in Nederland. Verbeek was
een schaakmeester avant la lettre, maar hij is vooral
bekend als de hoofdredacteur van het eerste Nederlandse schaaktijdschrift Sissa (1847-1874),
zijn geesteskind.
Willem Jan Louis Verbeek (1820-1888)
In 1844
richtte Verbeek met twee clubgenoten het schaakgenootschap
Sissa op, vernoemd naar de mythische brahmaan Sissa waarvan men dacht dat hij de uitvinder van het
schaakspel was. De leden van deze vereniging ontmoetten elkaar wekelijks.
Verbeek was de captain van menig correspondentie-schaakpartij van Sissa tegen
andere clubs in het land. Onder Verbeeks leiding groeide Sissa uit tot een
gerespecteerde schaakmacht en werd Wijk bij Duurstede “de bakermat van het schaken” in
de regio.
Verbeeks
naam (alsook zijn pseudoniem Gustavus) is
verbonden met het eerste Nederlandse schaaktijdschrift Sissa, zijn geesteskind, dat hij in 1848 opzette
en waarvan hij tot 1874 de hoofdredacteur zou zijn. Het blad werd het middel
bij uitstek om de Nederlandse schaakgemeenschap te verbinden en op de hoogte te
houden van de laatste theoretische ontwikkelingen.
Na
uitgebreid overleg met vooraanstaande schakers publiceerde Verbeek in 1848
onder zijn pseudoniem het Nieuw reglement op het gewoon
schaakspelen, dat algemeen aangenomen werd en door het hele land gebruikt
werd tot in 1874, toen de Nederlandse schaakbond met een update kwam.
In de periode tussen 1848 en 1852 verschafte Verbeek onderdak aan de hulpbehoevende,
fysiek aftakelende theaterschrijver Helvetius van den Bergh en
bracht hem de regels van het schaakspel bij. Helvetius zou in korte tijd
uitgroeien tot een vooraanstaande schaakproblemist en met steun en aanmoediging
van Verbeek in 1852 zelfs het boek Kunstspelen voor liefhebbers
van het schaken publiceren.
In 1858
werd op Verbeeks initiatief en in samenwerking met Strijdt met
Beleid een nationaal schaaktoernooi in Nijmegen georganiseerd. Dit geldt
als het eerste nationale schaaktoernooi in de Nederlandse geschiedenis.
Verbeek, immer de romantische schaker, gebruikte de openingstoespraak om nog
maar eens de deugden van het gambietspel te benadrukken, waarbij hij schande
sprak van het “schaakslakkenstijl” dat getoond was in het beroemde
“Internationale Schaaktoernooi van Londen” dat
eerder dat jaar was gehouden (feitelijk was het dat jaar in Birmingham). Het
waren de hoogtijdagen van het romantische schaak, en de eerste ontwikkelingen
richting het positionele schaak die in Londen te
zien waren, getoond door onder meer Staunton, toch niet de minste in de
schaakwereld, werd door de romantici van toen – met Verbeek voorop, met weerzin
aanschouwd.
De
winnaar van het toernooi in Nijmegen werd gewonnen door de
multigetalenteerde Thomas Werndly (1839-1868),
een gewaarde redacteur van het Sissa schaaktijdschrift, en talentvolle
literaire belofte, die zijn talenten echter nooit tot volle wasdom heeft kunnen
brengen, omdat hij veel te jong stierf. Werndly won het toernooi
vóór Christiaan Messemaker (1821-1905), die wel een lang leven
beschoren was en de geschiedenis in zou gaan als één van Nederlands sterkste
spelers uit de negentiende eeuw. Grote afwezige in dat toernooi was echter de
relatief teruggetrokken Maarten van ’t Kruijs, die
zou uitgroeien tot mogelijk de sterkste
schaker in Nederland in deze periode.
In 1861
publiceerde Verbeek De Hollandsche
schaakspeler – een zakboek voor schaakspelers, het
eerste boek over het moderne schaken in de originele Nederlandse taal. Dit
boek geeft een overzicht van de stand van het schaken in Nederland halverwege
de negentiende eeuw, en onder meer enkele beroemde partijen die heden nog
altijd terug te vinden zijn.
Hij was
als redacteur van Sissa getuige toen op 23 mei 1873 op initiatief van leden van
het Haagse Schaakgenootschap Discendo Discimus de Nederlandsche
Schaakbond opgericht werd. Sissa, dat met Willem Verbeek een goede en
betrouwbare reputatie had, werd het eerste officiële tijdschrift van de Bond.
Verbeek was toen, met zijn leeftijd van 53 jaar, internationaal bekend als de
oudste redacteur van een schaaktijdschrift, terwijl Sissa een van de langst
lopende tijdschriften was die de internationale schaakwereld toen kende.
Verbeeks volharding en doorzettingsvermogen, waar andere schaaktijdschriften in
binnen- en buitenland het niet redden, wekten alom bewondering. Een jaar
later echter stapte Verbeek uit de schaakwereld om “verschillende redenen van
overwegend belang” en daarmee kwam ook een einde aan Sissa.
De bond
zou, na nog een jaar op hoogst onbevredigende wijze met Verbeeks opvolger, de
uitermate recalcitrante Antonius van der Linde, in zee te zijn gegaan pas
in 1893 weer zijn eigen bondstijdschrift hebben.
Het
laatste levensteken van Verbeek in de schaakwereld was toen hij in 1878 zijn uitgebreide
schaakcollectie aan de Schaakbond verkocht.
Toen Verbeek zich uit de
schaakwereld terugtrok waren Dupré, Messemaker, Benima, en Maarten van ’t
Kruijs inmiddels “de nestoren van het Nederlandse schaak” die nog enkele jaren
de Nederlandse schaakwereld zouden domineren. Het toeval wilde dat de
allerlaatste keer dat zij zich op het hoogste niveau lieten zien was toen
Benima de derde plaats behaalde in het Nederlandse kampioenschap van 1888, het
jaar dat Verbeek overleed.
Overlijden en nalatenschap
Schaakpuzzel, waarvan de oplossing symbool staat voor Verbeeks overlijden.
Willem
Verbeek overleed op 30 september 1888 op 68-jarige leeftijd in Wijk bij
Duurstede, vermoedelijk na een korte ziekbed. Over de oorzaak van het
overlijden is, gezien het feit dat Verbeek naast schaker toch vooral een
huisarts was, merkwaardig genoeg weinig bekend. Charles Dupré, die
in de loop der jaren een goede vriend van Willem was geworden, wist er echter
meer van en schepte in De Groene Amsterdammer middels een schaakpuzzel
ter nagedachtenis van Verbeek op gepaste wijze licht op de omstandigheden
waaronder hij was overleden.
Verbeek
wordt met name herinnerd om zijn bijdragen aan de Nederlandse
schaakgemeenschap. In de schaakcolumn van De Tijd stond:
“De schaakwereld heeft een groot verlies geleden door het
overlijden van één harer meest verdienstelijke leden, den heer W.J. L. Verbeek,
te Wijk-bij-Duurstede. Gedurende 27 jaaren was hij redacteur van het
schaaktijdschrift Sissa, en men kan zeggen dat hij zoowel met de zaakkundige
bewerking van dat blad als met zijn overigen arbeid in boekvorm en voor de
periodieke pers het meest van alle Nederlanders bijgedragen heeft tot
aankweeking van degelijke schaakkennis in ons Vaderland. Zijn aandenken zal in
dankbare vereering voortleven bij de beoefenaars van het schaakspel.“ De
Nederlandse Schaakbond schreef in het Jaarboekje van 1888: “[we] herdenken met bijzondere
waardeering, den ijver, het talent, de volharding en beminnelijkheid, waarmede
hij gedurende 28 jaren (1847- 1874) aan het hoofd der redactie van Sissa heeft
gestaan en daardoor de lust en de liefde tot het edele spel bij zoovelen heeft
opgewekt en gaande gehouden.”
Hieronder
de oplossing van de schaakpuzzel (zie afbeelding hierboven
rechts)
Het is moeilijk om zijn
bijdrage aan de ontwikkeling van het Nederlandse schaak te kwantificeren, maar
het is duidelijk dat zijn inspanningen over een periode van bijna dertig jaar
flink hebben bijgedragen aan het in kaart brengen van het Nederlandse schaak:
·
groei en binding van
de Nederlandse schaakgemeenschap;
·
ontwikkeling en verspreiding
van schaakkennis;
·
Sissa is de
historische bron bij uitstek van het Nederlandse schaakleven in de negentiende
eeuw;
·
publicatie van
schaakregels die tot de vernieuwing van de bond in 1874 van toepassing waren;
·
publicatie van het
eerste boek in de Nederlandse taal over het moderne schaken.
Verbeeks speelsterkte
De toren van Kasteel Duurstede, op steenworp afstand van Verbeeks huis, waarin Verbeek op een zomerdag in 1863 een partijtje schaak speelde met Dupré.
Verbeek was een naar negentiende-eeuwse Nederlandse maatstaven bovengemiddeld sterke schaker en geldt als een schaakmeester avant la lettre. Zijn schaakstijl was typisch romantisch en hij was een pleitbezorger van het gambietspel. Hij speelde veel partijen, met en zonder voorgift, en stond bekend als een van de vroegste Nederlandse schakers die geblindeerd simultaanschaak konden spelen. Verbeek heeft ook menig partij gespeeld tegen de sterkste schakers van Nederland, waaronder C.E.A. Dupré, G. Dufresne, F.G. Hijmans, alsook internationaal bekende schaakmeesters zoals Serafino Dubois. Hij stond ook op goede voet met de “krasse grijsaard” C.N. Olijphant, toen de oudste schaakspeler van Nederland, en met wie hij onder het genot van een partijtje schaak het spel in Nederland bediscussieerde.